Skip to main content Skip to footer

Statuten OKA

STATUTEN STICHTING ONDERNEMERS KONTAKT APPINGEDAM

 

Op negen juli tweeduizend vierentwintig verschenen voor mij, mr. Cornelis Marten Reijntjes, notaris in de gemeente Eemsdelta:

-      de heer Pieter Harm Evert Rozema, geboren in de gemeente Appingedam op zeven juni negentienhonderdzestig;

-      de heer Wietse Martinus Dijkstra, geboren in de gemeente Grootegast op elf juli negentienhonderdvierenzestig;

       beiden in hun hierna genoemde hoedanigheid met adres Kievitstraat 3, 9903BL Appingedam;

       handelend in hun hoedanigheid van voorzitter en gewoon lid van het bestuur van

       de statutair in Appingedam gevestigde stichting Stichting Ondernemers Kontakt Appingedam, met adres Kievitstraat 3, 9903BL Appingedam, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41012279, “RSIN” 806047161, welke stichting hierna ook wordt aangeduid met: de stichting.

 

De verschenen personen verklaren het volgende.

 

-      De stichting werd opgericht op zesentwintig september negentienhonderdéénennegentig. De akte van oprichting werd op die dag getekend bij notaris H.J.K. Kuipers in Appingedam.

-      Sinds de oprichting zijn de statuten van de stichting niet gewijzigd.

-      Het bestuur van de stichting heeft besloten de statuten van de stichting te wijzigen in verband met wetswijziging, wijziging van omstandigheden en wijziging van de visie op de inhoud van de statuten.

-      Op grond van het bepaalde in artikel 15 lid 4 van de statuten is ieder van de bestuurders van de stichting bevoegd de akte van statutenwijziging te ondertekenen.

-      Ter uitvoering van het hiervoor genoemde bestuursbesluit worden de statuten van de stichting met deze akte gewijzigd en zullen de statuten van de stichting met ingang van de ondertekening van deze akte luiden als volgt.

 

STATUTEN

 

NAAM EN ZETEL

ARTIKEL 1

  1. De stichting draagt de naam: Stichting Ondernemers Kontakt Appingedam.
  2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Eemsdelta.

 

DOEL

ARTIKEL 2

  1. De stichting heeft als doel:
  2. het bevorderen van kontakten tussen de deelnemers;
  3. het uitwisselen van probleem-ervaringen tussen de deelnemers;
  4. het ondersteunen van elkaars zakelijke belangen;
  5. het stimuleren van een gezond bedrijfsklimaat in Appingedam;
  6. het verrichten van al hetgeen overigens in de ruimste zin met het vorenstaande rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
  7. Zij tracht haar doel onder meer te bereiken door het initiëren van activiteiten in het kader van het doel van de stichting, gericht op een categorie daarbij te betrekken personen, die hierna worden aangeduid als deelnemers.
  8. De stichting zal alleen als sponsor op kunnen treden voor activiteiten die een gemeenschappelijk doel van de deelnemers dienen.

 

BESTUUR

ARTIKEL 3

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zeven leden.

       Er kunnen geen rechtspersonen tot bestuurder worden benoemd.

  1. Nieuwe bestuurders worden door de zittende bestuurders benoemd.

       Benoeming van bestuurders kan ook plaatsvinden:

       -      door de persoon (of personen) die op grond van lid 7 van dit artikel 3 tijdelijk de taken van het bestuur van de stichting waarneemt wegens belet of ontstentenis van alle bestuurders;

       -      door de rechtbank zoals bedoeld in artikel 2:299 van het Burgerlijk Wetboek.

  1. Het bestuur stelt een rooster van aftreden voor alle bestuurders op, waarbij het bestuur vastlegt voor welke termijn de bestuurders zijn benoemd en wanneer ieder van de bestuurders volgens rooster aftreedt.

       Iedere aftredende bestuurder is terstond opnieuw benoembaar.

       Tussentijds benoemde bestuurders nemen op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens plaats zij benoemd zijn.

  1. Indien het bestuur te eniger tijd uit minder dan het in lid 1 genoemde minimumaantal bestuurders is gedaald, blijft het bestuur volledig bevoegd.
  2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een vice-voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Verschillende functies kunnen in één persoon verenigd worden.
  3. De bestuurders genieten geen beloning voor hun werkzaamheden.
  4. Het bestuur draagt er zorg voor dat te allen tijde ten minste één persoon die geen bestuurder van de stichting is, door het bestuur benoemd is die voor onbepaalde tijd tijdelijk met het bestuur van de stichting belast is, in geval van belet of ontstentenis van alle bestuurders. Een benoeming als hier bedoeld geldt telkens voor een periode van drie jaar, maar er kan steeds terstond herbenoeming plaatsvinden. Als een benoemingstermijn verloopt terwijl de benoemde het bestuur van de stichting waarneemt, dan loopt de termijn van benoeming door tot drie maanden zijn verstreken nadat de situatie van belet of ontstentenis van alle bestuurders eindigt.

 

EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP

ARTIKEL 4

Naast periodiek aftreden volgens rooster, zoals in artikel 3 is genoemd, eindigt het bestuurslidmaatschap door:

  1. bedanken door een bestuurder;
  2. overlijden, faillissement of onder curatelestelling van een bestuurder, of het instellen van een bewind in de zin van titel 19 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek over alle aan de betreffende bestuurder toebehorende goederen;
  3. ontslag door een eenstemmig besluit van alle overige bestuurders;
  4. ontslag door de rechtbank zoals bedoeld in artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek.

 

BESTUURSTAAK

ARTIKEL 5

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.

 

VERTEGENWOORDIGING

ARTIKEL 6

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders.

 

VERGADERINGEN

ARTIKEL 7

  1. De bestuursvergaderingen worden door de secretaris bijeengeroepen, zo vaak als de voorzitter dat nodig vindt.

       Het bestuur beslist over de plaats waar vergaderingen worden gehouden.

  1. De secretaris roept verder een vergadering bijeen als hierom schriftelijk door één of meer bestuurders is gevraagd. Bij het verzoek moet een opgave van de te behandelen onderwerpen worden gevoegd.

       De oproeping voor de vergadering moet de secretaris dan binnen acht dagen na de ontvangst van het verzoek aan de leden van het bestuur toesturen. Als de secretaris niet binnen genoemde termijn aan dat verzoek voldoet, dan is/zijn de verzoeker(s) bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen, met inachtneming van de vereiste formaliteiten.

  1. De termijn van oproeping is ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en van de vergadering niet meegerekend.

       Met instemming van alle leden van het bestuur, en in spoedeisende gevallen, kunnen vergaderingen op een kortere termijn worden bijeengeroepen.

       Of sprake is van een spoedeisend geval is ter beoordeling aan de voorzitter.

  1. De oproeping geschiedt schriftelijk. Onder schriftelijk wordt in dit verband ook berichtgeving via enig elektronisch communicatiemiddel verstaan.

       De oproeping vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.

  1. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Bij diens afwezigheid zal de vice-voorzitter de vergadering leiden. Is ook deze afwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. In een vergadering kunnen alleen geldige besluiten worden genomen, als het voorstel bij de oproep voor de vergadering op de agenda is geplaatst.

       Als echter in een vergadering alle leden van het bestuur aanwezig of vertegenwoordigd zijn, dan kunnen, mits met algemene stemmen, geldige besluiten worden genomen over onderwerpen die niet op de agenda staan, met uitzondering van besluiten betreffende statutenwijziging en ontbinding van de stichting.

  1. Bestuursbesluiten kunnen ook buiten vergadering worden genomen, mits schriftelijk en met algemene stemmen. Onder schriftelijk wordt in dit verband ook berichtgeving via enig elektronisch communicatiemiddel verstaan, mits het betreffende bericht op schrift afgedrukt kan worden of althans, als de stichting haar archief elektronisch bewaart, in het digitale archief van de stichting opgeslagen kan worden.
  2. Van het verhandelde in de vergaderingen worden, hetzij door de secretaris, hetzij door een door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon, notulen gehouden.

       Deze notulen zullen in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering worden vastgesteld. Een besluit als bedoeld in lid 7 van dit artikel dient in de eerstvolgende bestuursvergadering te worden vermeld. Die vermelding dient in de notulen opgenomen te worden. De bij het betreffende besluit behorende bewijsstukken moeten bij de notulen worden bewaard.

       De notulen en het verdere archief van de stichting kan geheel of gedeeltelijk digitaal zijn, voor zover de wet niet anders bepaalt.

  1. Als het bestuur daartoe met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders besluit, dan kunnen een of meer bestuurders aan een bestuursvergadering deelnemen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, of kan een bestuursvergadering geheel plaatsvinden door middel van een elektronisch communicatiemiddel.

       Vereist is dat alle bestuurders die via een elektronisch communicatiemiddel aan de vergadering deelnemen kunnen worden geïdentificeerd, dat zij rechtstreeks kunnen kennisnemen van en deelnemen aan de bespreking in de vergadering en rechtstreeks in de vergadering hun stem kunnen uitbrengen.

  1. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstijdig is met het belang van de stichting, zoals bedoeld in lid 3 van artikel 2:291 van het Burgerlijk Wetboek. Als hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, dan is de betreffende bestuurder toch bevoegd om deel te nemen aan beraadslagingen en de besluitvorming en is het bestuur bevoegd het besluit op deze wijze te nemen. Het bestuur legt dan schriftelijk, of elektronisch, vast welke overwegingen aan het besluit ten grondslag liggen.

 

STEMMING

ARTIKEL 8

  1. Iedere bestuurder brengt ter vergadering één stem uit.
  2. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, zullen alle besluiten in een bestuursvergadering worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen (meer dan de helft).

       In die vergadering moeten ten minste de helft van het totaal aantal bestuurders dat in functie is, maar minimaal twee, aanwezig of vertegenwoordigd zijn, tenzij op dat moment maar één bestuurder in functie is.

       Als niet het minimaal vereiste aantal bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is, dan zullen de betreffende voorstellen op de agenda voor de eerstvolgende vergadering worden geplaatst, die niet eerder dan acht dagen later plaats mag vinden. In die vergadering zullen besluiten over de betreffende voorstellen genomen kunnen worden, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders, mits dat er ten minste twee zijn.

  1. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
  2. Alle stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij een bestuurder een schriftelijke stemming wenst.
  3. Bij staking van stemmen wordt het betreffende voorstel aangehouden tot de eerstvolgende vergadering. Staken de stemmen in die vergadering weer, dan is het voorstel verworpen als het zaken betreft, en zal het lot beslissen, als het voorstel een persoon betreft.

       Stemming over toelating van deelnemers wordt als een stemming over zaken aangemerkt.

  1. Een bestuurder kan zich ter vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurder kan daarbij slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden.

       Onder een schriftelijke volmacht wordt in dit verband ook volmachtverlening via enig elektronisch communicatiemiddel verstaan, mits de voorzitter van de vergadering voldoende overtuigd is van de echtheid van de volmachtverlening.

  1. Het in een vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van die vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.

       Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats als de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet mondeling of schriftelijk plaatsvond, ten minste één bestuurder dit verlangt. Door de nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

  1. In alle geschillen over stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter van de vergadering.

 

BOEKJAAR, BEGROTING EN JAARSTUKKEN

ARTIKEL 9

  1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur is verplicht om van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit die werkzaamheden, op een zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.

       Eenmaal per kalenderkwartaal legt de penningmeester een financieel verslag aan het bestuur over betreffende het voorafgaande kalenderkwartaal.

  1. Ten minste één maand voor het begin van een boekjaar, zal door het bestuur een begroting voor het komende boekjaar worden vastgesteld.
  2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen.
  3. Het bestuur kan besluiten dat de in het vorige lid bedoelde stukken worden onderzocht door een door het bestuur aan te wijzen registeraccountant, accountant-administratieconsulent of andere deskundige in de zin van artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek. Aan de hiervoor bedoelde deskundige worden ten behoeve van diens onderzoek alle door die deskundige gevraagde inlichtingen verschaft, op verzoek van de deskundige de kas en de waarden getoond en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers voor raadpleging beschikbaar gesteld.

       Het bestuur kan in plaats daarvan ook besluiten dat de in lid 4 bedoelde stukken worden gecontroleerd door een door het bestuur te benoemen controlecommissie (de kascommissie). Die commissie zal dan bestaan uit ten minste twee deelnemers die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Een lid van de kascommissie kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in die commissie. Aan de kascommissie worden ten behoeve van haar onderzoek alle door de kascommissie gevraagde inlichtingen verschaft, en op haar verzoek de kas en de waarden getoond en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers voor raadpleging beschikbaar gesteld.

       Als de kascommissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten bijstaan door een externe deskundige.

       De kascommissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan het bestuur, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de balans en staat van baten en lasten.

  1. Vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten strekt niet tot kwijting van het bestuur. Nadat de balans en staat van baten en lasten zijn vastgesteld door het bestuur wordt het voorstel gedaan om het bestuur kwijting te verlenen voor de afgelegde rekening en verantwoording en het daaruit blijkende beheer door het bestuur in het betreffende boekjaar.
  2. Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende minimaal zeven jaren te bewaren.

 

DE VERGADERING VAN DEELNEMERS

ARTIKEL 10

  1. De vergadering van deelnemers heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van het bestuur.
  2. Het bestuur is verplicht ten minste eenmaal per jaar de deelnemers bijeen te roepen.
  3. De vergadering wordt door de secretaris van het bestuur bijeengeroepen op een termijn van ten minste veertien dagen, waarbij de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet worden meegeteld.

       Het bepaalde in de leden 2, 3, 4 en 8 van artikel 7 van deze statuten zal voor zoveel mogelijk overeenkomstig van toepassing zijn.

  1. De vergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur en bij diens afwezigheid door de vice-voorzitter van het bestuur en als ook deze afwezig is, door een door het bestuur aan te wijzen andere bestuurder.
  2. In de vergadering van deelnemers heeft iedere deelnemer één stem.
  3. Alle besluiten van de deelnemersvergadering zullen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen worden genomen.
  4. In een reglement, zoals genoemd in artikel 11, zullen regels worden gesteld over onder meer de toelating van deelnemers, de duur van deelneming, de bijdragen van de deelnemers en de bijeenkomsten van de deelnemers.

 

REGLEMENTEN

ARTIKEL 11

  1. Het bestuur kan een huishoudelijk reglement en/of één of meer andere reglementen vaststellen, wijzigen of aanvullen. Het bepaalde in de leden 2 en 3 van artikel 12 is daarop overeenkomstig van toepassing.
  2. Een reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.

 

STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING

ARTIKEL 12

  1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen en om de stichting te ontbinden.
  2. Een besluit daartoe zal slechts genomen kunnen worden in een speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering, waarin ten minste twee derde gedeelte van het totaal aantal in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd moeten zijn en met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen.

       De tekst van de voorgestelde wijziging moet bij de oproeping voor de vergadering worden meegestuurd.

  1. Is in de in lid 2 bedoelde vergadering niet het vereiste aantal bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd, dan zal ten minste twee weken en ten hoogste vier weken later een tweede vergadering worden gehouden waarin, ongeacht het aantal aanwezige en vertegenwoordigde bestuurders, mits dat aantal niet minder dan twee is, over het voorstel kan worden beslist.
  2. Een statutenwijziging komt bij notariële akte tot stand.

       Tot het doen verlijden van de betreffende akte is iedere bestuurder bevoegd.

 

VEREFFENING

ARTIKEL 13

  1. Na een besluit tot ontbinding van de stichting vindt de vereffening plaats door het bestuur, tenzij het bestuur bij het besluit tot ontbinding één of meer vereffenaars heeft aangewezen.
  2. De stichting blijft na het besluit tot ontbinding voorbestaan als en voor zover dat voor de vereffening van haar vermogen nodig is.
  3. Gedurende de periode van vereffening blijven deze statuten voor zoveel van toepassing van kracht.
  4. In stukken en aankondigingen die van de ontbonden stichting uitgaan wordt aan de naam van de stichting toegevoegd: in liquidatie.
  5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de door de vereffenaars aan te wijzen persoon.
  6. Een eventueel batig liquidatiesaldo wordt door de vereffenaars, na raadpleging van de vergadering van deelnemers, een bestemming gegeven die zoveel mogelijk overeenstemt met het doel van de stichting.

 

ONVOORZIENE GEVALLEN

ARTIKEL 14

In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten, als de reglementen niet voorzien, of bij twijfel over de uitleg van enige bepaling, beslist het bestuur.

 

Slot

De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.

Deze akte is verleden te Appingedam op de datum die in het hoofd van deze akte is genoemd.

De inhoud van deze akte is door mij, notaris, aan de verschenen persoon medegedeeld en toegelicht.

Daarop heeft de verschenen persoon verklaard op volledige voorlezing geen prijs te stellen.

Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend om negentien uur en drie en vijftig minuten.

Cookiemelding

We gebruiken functionele cookies om ervoor te zorgen dat onze websites goed werken en veilige analytische cookies om je de best mogelijke gebruikerservaring te bieden.

Als u op 'Akkoord' klikt, stemt u in met het plaatsen van alle cookies.